‘Trouwens, de autoverzekering ga ik ook stop zetten,’ dreigde hij door de telefoon: ‘Denk maar niet dat ik ook maar íets voor je ga betalen!’‘Maar..,’ jammerde ik. Ik hoorde een spottend lachje: ‘Hah! Jíj bent weggegaan! Ik niet!’ brulde hij: ‘Dan zoek je het ook maar lekker zelf uit!’ Direct werd de lijn verbroken.
De vader van de meisjes was algauw achter mijn verblijfplaats gekomen. Dat was wel even spannend. Maar ik wist dat het er toch een keer van zou komen. Ik kon me niet schuilhouden. Het gewone leven moest doorgaan. Ik moest werken. De kost verdienen. En ik gunde de kinderen ook een normaal leven. Zo veel mogelijk vertrouwd, met hun eigen vriendinnetjes.
De vader van de meisjes was vooral verbitterd, merkte ik. Hij deed geen enkele poging om me terug te krijgen. Informeerde ook niet hoe het met ons ging. Hij had geen idee hoe moeilijk het was om met niets weer een leven op te bouwen. Hoe het was om er steeds weer achter te komen dat er toch nòg iets was wat we nodig hadden.
Het waren de gekste dingen. Zo wilde ik eten koken en bedacht ik me ineens dat daar ook pannen bij nodig waren. Wilde ik gaan douchen en had ik geen fatsoenlijke handdoek. Tafeldekken, en miste ik de onderzetters.
Gelukkig had ik lieve vrienden en collega’s die me vanalles van hun ‘teveel’ gaven. Ik kreeg een servies toegeschoven. Een oud koffiezetapparaat. Bestek. Linnengoed. En regelmatig vond ik zomaar iets in mijn brievenbus. Omdat ze wisten dat ik het wel gebruiken kon. Het niet breed had.
Zíj snapten het! Maar de vader van de meisjes scheen alleen maar wraak te willen nemen. Me nog meer te willen laten lijden. Hoe dan ook. Daar maakte hij geen geheim van.
Tot nu toe had ik mijn werk aardig met de kinderen weten te combineren. Mijn werkgever was gelukkig bereidwillig. Ik mocht ’s ochtends iets later beginnen, zodat het beter af te stemmen was met de oppas. Maar toen er ook weer weekenden gewerkt moest worden, zat ik toch wel met mijn handen in het haar. Dan had ik geen oppas. Ik kon ze toch niet hele dagen alleen laten?
Hun vader weigerde om de kinderen te hebben. En bij de meisjes was ook weinig animo om naar hem toe te gaan. Moest ik hen dwingen? Het AMK riep steeds dat kinderen ‘recht op hun vader hebben’. Maar moest ìk hen dan stimuleren? Motiveren? ‘Hoe langer ze ermee wachten om naar hem toe te gaan, hoe enger het zal worden,’ werd mij verteld. En daarmee wist ik genoeg.
‘Jij bent hun vader,’ probeerde ik het nog eens: ‘Ze hebben recht op je!’ Nog even stribbelde hij tegen. Maar toen ik het woord AMK liet vallen, ging hij toch overstag. ‘Oke,’ verzuchtte hij verslagen: ‘Je kunt ze deze vrijdagavond om acht uur brengen en zondagavond, zelfde tijd, weer ophalen.’ Daar viel niet aan te tornen, begreep ik. Dit weekend was dan geregeld. De volgende keer zou ik wel weer afwachten hoe hij het wilde.
Toch voelde ik me gedwongen om een volgende stap te nemen nu. Er moest toch iets definitiefs te regelen zijn? Een duidelijke bezoekregeling. Ik had geen zin om daar elke keer weer over te bakkeleien. En zou hij ook niet iets van een financiële bijdrage moeten doen? Zodat ik wat minder kon gaan werken.
Ik had een advocaat nodig. Een advocaat! Nog nooit had ik zo iemand bij de hand gehad. Er nog nooit één ontmoet zelfs. Waar vond ik iemand die geschikt was?
‘Je moet een ‘pro-deo’ hebben!’ De vrouw van het gemeentehuis wist het me allemaal te vertellen. ‘Enneh,’ ging ze verder: ‘We mogen natuurlijk geen reclame maken. Geen namen noemen. Maar als je bij het winkelcentrum kijkt..’ ze knipoogde stiekem naar me: ‘.. daar vind je vast een goeie! Weet ik zeker!’ Ze glimlachte samenzweerderig. Ik lachte dankbaar terug.
Meteen begaf ik me richting het aangewezen winkelcentrum. Aan de rand daarvan zag ik een pand dat me nog nooit was opgevallen. ‘Advocaten-kantoor,’ prijkte er in verlichte letters achter de naam. Ik liep naar de deur. Wat onzeker voelde ik of hij te openen was.
Voor ik het wist stond ik aan de balie. ‘Goedemiddag mevrouw,’ zei de vrouw in zwart mantelpak: ‘Wat kan ik voor u doen?’ ‘Ik heb een advocaat nodig.. denk ik..’ slikte ik. De volgende stap was gemaakt.